Michael
Buter:
Ik kan me van mijn academietijd herinneren dat ik gek aankeek tegen het
woord "beeldend", zoals in "beeldende kunst". De woordcombinatie beschreef
het vak dat ik zou gaan beoefenen, maar ik snapte de term niet. Maar nu, 25
jaar later, geeft het voor mij heel goed weer, waar het voor mij in de Kunst
om gaat. Bij de woorden "beeldende kunst", denk ik nu direct aan materiaal
dat bezield is met betekenis. Zoals kijken naar de wolken en er een voorstelling
in zien. De wolken zijn het beeldende materiaal. Als je op die manier kijkt
ben je eigenlijk met kunst bezig. Mijn werk maak ik met het verlangen om
te evoceren (oproepen, laten verschijnen), niet speciaal voor de toeschouwer
maar ook voor mezelf. Schilderen is, misschien, zoeken naar iets dat ik
nog niet ken.
In Kunst worden onze ideeën over de wereld weerspiegeld; een buitenaardse
beschaving die alleen onze producten zou zien zou ons daardoor kunnen leren
kennen. Maar wijzelf kunnen ons ook leren kennen door zelf naar onze (Kunst)producten
te kijken.
Op de Kunstacademie ben ik door het schilderen begonnen in te zien dat
we in een (visueel) paradijs leven. Dat besef had ik daarvoor niet. Ik wist
wel dat de wereld complex was. Maar ik voelde er geen beginnen aan om dat
te begrijpen. Door het schilderen ben ik het gaan ….grijpen. Ik kreeg het
gevoel dat ik er contact mee kon krijgen.
Veel Kunst is ideeenkunst, entertainment, cabaret. Schoonheid is zo'n ouderwets
begrip, niemand weet meer wat het betekent. In tegenstelling tot veel andere
kunstenaars die juist de zwarte kant van het leven benadrukken in hun werk,
ga ik uit van de complexiteit, rijkdom veelvormigheid en de schoonheid van
de wereld.
Ik zoek in mijn schilderijen naar schoonheid en poezie. Ik ben elke dag
aan het proberen het visuele beter te begrijpen. Ik probeer te beseffen in
wat voor visueel paradijs ik leef. Het paradijs is op aarde alleen het dringt
vaak niet tot ons/mij door.
|